17 - Maandgedicht

Soms ga ik uitdagingen met mezelf aan of focus ik per maand op een thema. Zo besloot ik ene keer een maand lang elke dag een gedicht te schrijven. De regels waren simpel:

-Elke dag een klein gedicht schrijven

-Elke dag beginnen met de laatste zin van de vorige dag

-Klassiek rijmschema waarbij elke twee zinnen moeten rijmen

-Niet vooruit plannen, gewoon schrijven en zien waar het toe leidt. 

Ik maakte volgend maandgedicht, te lang en tegelijk te kort om te publiceren in boekvorm, dus deel ik het hier want ik ben er wel trots op en blij mee! 

Schrijf ze!


De eerste dag,

traan of lach,

wat woorden op papier,

nooit nutteloos vertier.

Letters maken woorden,

punten maken boorden.

De dag verteld in kort gebek,

en alles valt weer op z’n plek.

Lach en traan,

de volgende komt eraan.

 

De volgende komt eraan,

ga maar al klaar staan.

Nat je borst en recht je rug,

nu kan je niet meer terug.

Een volgende dag, cliënt, obstakel,

een regenbui en wat gekakel.

De somberte voorbij de roze wolk,

een heuse stormende kolk.

Grijze buien aan de horizon.

Luchtigheid, als dat maar even kon.

 

Luchtigheid, als dat maar even kon,

een zacht briesje onder een stralende zon.

Wat grapjes en grollen,

geen hoofd dat zit te tollen.

Rust in gedachten en lijf,

een luchtig tijdverdrijf.

Misschien wat schrijven hier en daar,

een woord, een zin, zeg het maar!

Frustraties wegtekenen in lijn en kleur,

alleen glimlachen, geen gezeur.

De eerste stap is al gezet,

tijd voor mezelf, tijd voor wat pret.

 

Tijd voor mezelf, tijd voor wat pret,

al had ik die liever zelf op de kalender gezet.

Je bent weg voor een paar dagen

en dat afscheid bevat vele lagen.

Nooit lang uit elkaar,

dus afscheid valt best zwaar.

Focus op het normale, het is best oké

en vrijdagavond weer samen voor tv.

Ik hou van jou, ik mis je nu al,

wat liefde ook pijn doen zal.

 

Wat liefde ook pijn doen zal,

zonder liefde enkel verval.

Op afstand of net heel dichtbij,

jij bent een essentieel stuk van mij.

Samen alle stormen trotseren

en alle tij proberen keren.

Bij hoog en laag beweren,

niets kan ons nog deren.

 

Niets kan ons nog deren,

niets raakt onze koude kleren.

Samen kunnen we alles aan,

niemand blijft in de kou staan.

De wereld rond,

voeten op de grond,

hoofd in de wolken verloren,

het voelt alsof we zijn herboren.

We leven op de glimlach van de zon,

standvastig, als voeten in beton.

De wereld draait door maar wij staan stevig,

ons verweer is rustgevend hevig.

 

Ons verweer is rustgevend hevig,

met jou aan mijn zij, voel ik me stevig.

Hoe ver je ook weg bent,

en wie je ook kent.

Hoe onze paden nog vervolgen,

ik word door mijn liefde voor jou verzwolgen.

Het is fijn te weten dat je weldra terugkomt bij mij,

vanavond is het zover en keert het tij.

Het magische duo weer samen,

in een proper huis met propere ramen.

Ik tel de uren en de kilometers af

en doe een wens om jou hier te zien – paf!

Tot zo mijn lief, tot zo,

jij bent mijn mooie Domino.

 

Jij bent mijn mooie Domino,

met jou wil ik oud worden of zo.

Nooit gescheiden maar toch een eigen weg,

je weet wat ik bedoel, nog voor ik het zeg.

De zon straalt, de dag is mooi,

ik val aan nostalgie ten prooi.

Een nieuwe dag,

een brede lach.

Wat zal er nog te gebeuren staan,

ik hoop op veel lach en weinig traan.

en een dutje af en toe,

want ik word niet alleen ouder, maar ook moe.

 

Want ik word niet alleen ouder, maar ook moe.

Mijn ogen vallen spontaan toe.

Mijn lijf wil niet meer zoals weleer,

mijn bloeddruk gaat soms op en neer.

Mijn geest die is wel nog jong en actief,

en mijn geheugen neem ik voor lief.

Sterktes en zwaktes heb en ken ik,

ik aanvaard ze, zonder stoot of snik.

Wat er ook gebeuren mag onder het hemelgewelf,

ik blijf gewoon lekker mezelf.

 

Ik blijf gewoon lekker mezelf.

De oneindigheid mijn opperste gewelf.

Een dagje weg met twee,

shoppen of uitwaaien aan zee.

Wat rijden met muziek,

onze relatie zo uniek.

Gewoon samen, niet echt speciaal

en toch het speciaalst van allemaal.

Jij en ik in simpliciteit één,

ik wist het echt meteen.

Weer een dagje meer op onze teller.

Jouw liefde raakte mijn hart als een propeller.

 

Jouw liefde raakte mijn hart als een propeller.

Als ik jou zie, adem en leef ik sneller.

Liefde is verwarmend en verzachtend,

en soms lichtelijk versmachtend.

Een knuffel, een zoen, een oogopslag,

ik bezwijk voor jouw mooie lach.

Op druilerige dagen en koude nachten,

op jouw lach zal ik altijd wachten.

 

Op jouw lach zal ik altijd wachten,

hij helpt elke pijn verzachten.

Het leven is een oceaan die kabbelt,

wij een bootje waarop je geniet en babbelt.

Soms hangen donkere wolken boven ons,

dan trekken we ons terug in ons fort van dons.

Geen storm te heftig, geen water te diep,

geen liefde in bosjes of in het geniep.

Onzekerheid en twijfel rondom ons heen,

maar sterker dan wij samen is geen één.

Leven van dag tot dag

en opstaan met de glimlach.

 

En opstaan met de glimlach,

blij dat ik deze druilerige dag begroeten mag.

Wat stoppen, wat wenen,

emoties van top tot tenen.

Weer een week van werken gaat voorbij,

er heerst opluchting en verdriet in mij.

Een mix van emoties borrelt in me rond,

wetende hoe moeilijk ik afscheid nemen vond.

In het verleden, onverwacht en ongewenst,

in het heden, gepland en afgegrensd.

Op naar vakantie, ontspanning en rust,

laat ons uitwaaien en genieten aan de kust.

 

Laat ons uitwaaien en genieten aan de kust.

Onrust en verlangen worden daar gesust.

De golven, de deining, de lucht,

het leidt tot ontspannend gezucht.

Een frisse bries, wind in de haren,

enkel mentale rust, geen gevaren.

Bij de zee word ik één met de natuur

en kom ik dichter bij het innerlijk vuur.

De glinsters in mijn ogen worden herboren,

ik spring en neem de vlucht naar voren.

 

Ik spring en neem de vlucht naar voren,

ik laat mijn stem zeer duidelijk horen.

Ik loop van hot naar her

en zoek het niet te ver.

Ik kijk eerlijk in de spiegel en begrijp

dat alles gebeurt wanneer de tijd is rijp.

Ik stap in de vlucht die het leven is

en geniet, onbeoordeeld aanwezig, geen gemis.

Ik zal komen waar ik komen zal

en er is altijd iemand die me opvangt als ik val.

 

En er is altijd iemand die me opvangt als ik val.

Die kent me ook het best van al.

Mijn steun en toeverlaat, mijn rots,

al 20 jaar samen, een grote trots.

We groeien en steunen elkaar,

maar liefde is nooit zonder gevaar.

Angst voor verlies is mijn tweede natuur,

master in verlies van het eerste uur.

Ongewenst tot expert gekroond,

onmogelijk weer te worden onttroond.

Zoeken naar balans tussen liefde en angst,

kleine garnaal in een megavangst.

 

Kleine garnaal in een megavangst.

Ik ga een nieuw hoofdstuk tegemoet met angst.

Angst voor het onbekende,

angst voor hoe ik me verwende

met veel me-time en ruimte voor rust,

die weldra vaarwel zal worden gekust.

Maar er heerst ook vertrouwen,

dat ik ook aan deze weg zal bouwen.

En goesting om weer een deel te zijn

van een veel groter geheel, dan voel ik me klein.

Klein op de goede manier,

als bouwsteen van plezier.

 

Als bouwsteen van plezier,

zo voel ik me hier.

Een miniradar in een grote klok,

zo voelde ik me niet toen ik hier vertrok.

De radar was te overheersend, te groot

en voelde te zwaar in mijn schoot.

Een gewicht, niet meer te dragen

en dus moet ik deze sprong wel wagen.

Ik spring en zie wel waar ik landen zal.

Ik sta weer recht, ook als ik val.

 

Ik sta weer recht, ook als ik val.

Ik blijf mezelf, dat bovenal.

Stuiteren zal ik na het neerkomen

en weer recht veren bij het volgen van dromen.

Laat niets je tegenhouden of afremmen,

enkel je eigen dromen zullen je gunstig stemmen.

Droefheid en angst mogen bestaan,

ze wijzen de weg, als een volle maan.

Als een wolf sta ik te huilen,

onder jouw armen wil ik schuilen.

 

Onder jouw armen wil ik schuilen,

met jou wil ik van gedachten ruilen.

De zon breekt door de wolken,

de lente voel ik in mijn bloed kolken.

Ik ga naar buiten en adem natuur,

ik word begeesterd door het grote vuur.

De draak vanbinnen brult het uit:

"Volg je pad en ga voluit."

Geen stap verkeerd, alles voorbestemd.

Een laaiend vuur wordt nooit getemd.

 

Een laaiend vuur wordt nooit getemd,

een passie van binnenin nooit geremd.

Een ochtend wordt beter met water,

al de rest komt later.

Reflectie over zelf en leven,

heb ik alles wat er in zat, gegeven?

Ben ik trouw gebleven aan mijn waarden?

Kon ik hier dan echt niet aarden?

Het voelt juist maar doet ook pijn,

dat de droom geen droom mocht zijn,

dat gehoopt en ingebeeld

de realiteit hebben verspeeld.

Een dag vol passie zonder zorgen.

Ik wacht vandaag op morgen.

 

Ik wacht vandaag op morgen,

een dag zonder zorgen.

Verdwaald in een mistig hoofd,

slapend wakker en verdoofd.

De nacht lang maar toch te kort,

geen energie te vinden in mijn bord.

Spartelend doorheen de dag,

gelukkig dat het ook wat trager mag.

 

Gelukkig dat het ook wat trager mag

en dat ik heers over mijn wil met gezag.

Ik beslis en kies voor gezond,

ik zwem lustig in het rond.

Een frisse kop, weer energie,

zodat ik terug mogelijkheden zie.

Ik vlieg erin, verlies me lijstgewijs,

elke verslaving heeft zijn prijs.

 

Elke verslaving heeft zijn prijs.

Jouw ogen brengen me van de wijs.

Mijn hartslag synchroniseert met jou,

wat ik doen zou zonder jou!

Mijn leven geregeerd door twijfel en angst,

wie is er om het bangst?

Stap voor stap vooruit en door,

alle angsten roepen luid in koor.

Ik laat ze mij niet overstemmen,

je moet vroeger opstaan om mij te temmen.

 

Je moet vroeger opstaan om mij te temmen.

het lukt niet zomaar om me af te remmen.

Ik zet de laatste stappen, kin omhoog,

ik heb geen speciaal betoog.

De twijfel doet me wankelen, maar ik sta

en goed kan je zien waar ik ga.

Mijn voetstappen sluimeren in het zand,

hier laat ik los en geef je de hand.

 

Hier laat ik los en geef je de hand,

samen naar het beloofde land.

Waar het goed vertoeven is,

enkel zeeën van liefde, geen gemis.

Oeverloos genieten van gewoon zijn,

wat groot is, groot en wat klein is, klein.

Geraakt door mooie woorden,

onderweg naar betere oorden,

waar onrust tot mysteries toebehoort

en rust elk hart gewoon bekoort.

 

En rust elk hart gewoon bekoort,

worden gebeden ooit echt verhoord?

Wil ik te veel of had ik te veel,

wat is hierin mijn aandeel?

Kon ik nog verder of houdt het hier op?

Drukte ik te vroeg op stop?

Energie uitgeput, emoties op hol,

van afscheid nemen raakt mijn gemoed vol.

Ik spartel, ik dartel, ik kruip naar voor,

ik haal even adem en ga dan weer door.

 

Ik haal even adem en ga dan weer door.

De warme wensen weerklinken in koor.

Contact van mens tot mens is zeldzaam,

tot plots de stilstand komt.

Elke stilte een nieuwe prompt.

Een aanzet tot connectie, dieper dan gedacht,

een stilte bij de sterren, diep in de nacht.

 

Een stilte bij de sterren, diep in de nacht,

een overspoeling van natuurpracht.

Een nieuwe dag, een nieuw begin,

ik trek mijn leukste schoenen aan en spring.

Ik adem diep naar binnen,

het nieuwe hoofdstuk kan beginnen.

Ik koester de connecties van mens tot mens,

moge we elkaar weerzien, dat is mijn wens.

Veel verdriet maar ook een lach,

ik kijk uit naar wat morgen brengen mag.

 

Ik kijk uit naar wat morgen brengen mag.

Zonnige vooruitzichten voorzien me van een lach.

Dankbaar voor het kunnen afsluiten op tijd,

geen open einde en vooralsnog geen spijt.

Wennen aan nieuwe dagen,

antwoorden zoeken op nieuwe vragen.

Eindelijk tot stilstand komen,

openstaan voor nieuwe dromen.

 

Openstaan voor nieuwe dromen,

beseffen dat we er samen zullen komen.

Reizen naar nieuwe oorden,

op zoek naar nieuwe woorden.

Een kleine ontdekkingstocht, wij de avonturiers.

Menselijke nieuwsgierigheid, de passie diers.

Een nieuw hoofdstuk dringt zich aan,

niet omkijken nu en verder gaan.

Traan of lach,

de eerste dag.

 




Reacties

Een reactie posten

Populaire posts